Schoolfilm

Een groepje kinderen zit op het schoolplein, de taalboeken op schoot. Niet iets wat je in juli verwacht, hét moment dat de zomervakantie overal in volle gang is. Toch gaan er elk jaar weer veel kinderen naar de Zomerschool. Ook in Zaandam, waar basisschoolleerlingen van groep 4 tot en met 8 drie weken lang terecht kunnen voor een veilige en leerzame vakantieperiode. Naar school in de vakantie? Veel kinderen moeten er niet aan denken. Maar de naam ‘Zomerschool’ klopt niet helemaal, want het is niet echt een school, zegt Lavell (12). ‘Het is meer een soort kamp waar je thuis slaapt.’ Het is hem vorig jaar zo goed bevallen dat hij deze zomer voor de tweede keer gaat. ‘Ik heb anders niks te doen in de zomer, mijn ouders zijn weinig thuis. En dan zit ik de hele dag maar bij mijn oma.’

Er heerst hier inderdaad een vakantiesfeer, vertelt Margreet Dekker, directeur van de Zaanse Zomerschool. ‘Maar doordat we de lesstof leuk verpakken, leren de kinderen toch wel iets. Altijd fijn om te zien dat iemand een stapje vooruit is gegaan met lezen of heeft leren klokkijken.’

Om leerlingen enthousiast te maken voor de zomerschool houdt Margreet op vijftien scholen in Zaandam een wervend praatje voor de groepen 4 tot en met 8. ‘Daarna willen veel kinderen per se komen. Hun ouders kunnen hen dan aanmelden.’ Het gebeurt ook weleens dat ouders en leerkrachten graag willen dat een leerling komt bijspijkeren op de zomerschool, maar dat het kind zelf dat niet ziet zitten. In zo’n geval moet je niet aandringen, weet Margreet. ‘Iemand moet het echt willen, anders werkt het niet.’

De directrice is de spin in het web bij de Zaanse zomerschool. Ze zorgt voor een goede communicatie met de ouders, onder andere via een nieuwsbrief. Ook stuurt ze een brief naar de basisschool van het kind met de vraag of er voor deze leerling speciale aandachtspunten zijn. Daarbij informeert ze niet alleen naar de behoefte aan extra lesondersteuning, maar wil ze bijvoorbeeld ook graag weten of het kind gepest wordt. ‘Het leuke is dat je een nieuwe start kunt maken op de zomerschool. Je komt in een andere groep terecht, met andere klasgenoten en een andere juf of meester. Je maakt nieuwe vrienden. Vaak krijgen kinderen daar zelfvertrouwen van en hebben ze meer zin om daarna weer naar hun eigen school te gaan.’

het team van leerkrachten bestaat uit twintig mensen: mannen en vrouwen, jong en oud, blank en gekleurd. Ze hebben allemaal de pabo afgerond. Een aantal van hen heeft een parttime baan in het onderwijs, anderen zitten in een invalpoule. Elk jaar zijn er vier voorbereidingsbijeenkomsten. Margreet geeft de contouren aan, die elke leerkracht zelf mag uitwerken. ‘Voor leerkrachten is het leuk: ze hoeven minder schriftelijke verantwoording af te leggen en kunnen dus meer tijd steken in de lessen. Bovendien krijgen ze geen kant-en klare lesstof aangeboden, maar mogen ze die zelf bedenken. “Je gaat weer doen waarvoor je bent opgeleid”, zeg ik altijd.’

Het team bedenkt elk jaar een thema voor de lesstof. Deze zomer is dat: Geschiedenis.

Dat de zomerschool een succes is, blijkt wel uit de positieve reacties die Margreet ontvangt. Tevreden ouders laten weten dat hun kind heel enthousiast was. Veel kinderen komen elk jaar terug. Zoals Walter (11) uit groep 7, die al voor de vierde keer van de partij is. ‘Ik heb hier veel nieuwe vrienden gemaakt. Aan het einde van de drie weken gaan we altijd iets leuks doen. Vorig jaar gingen we bijvoorbeeld naar de Amsterdam ArenA.’ De leerkrachten zijn geduldiger dan op zijn gewone school, vindt hij. ‘Met rekenen ben ik vooruitgegaan, ik kan nu goed breuken en procenten omrekenen.’

Ook Lavell is heel enthousiast over de manier waarop hij les krijgt. ‘De leerkrachten leggen alles op een vrolijke manier uit en zijn minder snel boos dan op mijn eigen school. Het rekenen gaat nu  beter. Ik ga hier naartoe omdat ik anders alleen thuis ben, maar ik vind het ook fijn om iets bij te leren.’